vrijdag 4 mei 2012

Juwelierkiller



 ‘De juwelierkiller is gepakt’, kopt de nieuwssite. Voor mij een nieuwe term, juwelierkiller. Waarschijnlijk komt het jammerlijk genoeg zo vaak voor dat er een nieuwe term bedacht is voor dit soort misdadigers. De Haagse Ruud Strattmann, die vorige week genadeloos werd doodgeschoten voor een handvol goud, is vermoord door een juwelierkiller. Het nieuws greep me aan. Dat gebeurt wel vaker als iets akeligs zich afspeelt in een buurt waar je regelmatig verkeert. Ik voel me veilig in Den Haag. Ik ben niet bang aangelegd en heb geen problemen met groepen van welke afkomst dan ook, en wandel zelfs na een ruzie met vriendlief ’s nachts doodgemoedereerd over de Vaillantlaan en door Schilderswijk. Want ik vrees niet.

Dat deed Ruud Strattmann wel, maar hij had dan ook een juwelierszaak. Strattmann liet na eerdere overvallen zijn winkel beveiligen als een fort. Maar ja, een winkelier wil wel graag klanten en liet op die fatale dag twee ogenschijnlijk onschuldige klanten binnen. Het liep helaas slecht af. In het filmpje dat op nieuwsmedia circuleert zien we twee opgefokte mannen die met pistolen zwaaien en uit piëteit voor de nabestaande zien we niet het fatale schot. Schoten, want Sandro Grigolia schoot twee keer, naar blijkt omdat Strattmann zich niet gewonnen wilde geven. Zijn kompaan Ziya Borukcu stond erbij en keek ernaar.

‘De juwelierkiller is gepakt’ en tot mijn stomme verbazing kijk ik recht in de ogen van een onvolwassen knul waar puberpuisten zich op het voorhoofd aftekenen. Ik schrik ervan. Borukcu heeft hetzelfde gezicht als zoveel van die knulletjes die bij mijn dochter op de middelbare school rondlopen. Een onvolwassen haantje met kortgeknipt stekeltjeshaar met gel of wat voor rotzooi dan ook, want dat is momenteel hip (sorry; cool). Zo’n knul met een onschuldig gezicht die op de markt mijn fruit in een tasje doet. De kop van een gozertje die op straat met zijn vriendjes stoer staat te doen maar als ik ze een venijnige blik toewerp gedwee voor me aan de kant gaan. Ik ben geschokt door zijn onschuldige blik. Het gezicht van een onwillige puber (dat is een tautologie; onwillige puber) die zijn school nog moet afronden en daarna misschien een vervolgstudie gaat doen. Zo’n allochtoonse knar die ik dagelijks in veelvoud zie, en die me vriendelijk toelachen omdat ik hun ook vriendelijk toelach.

Maar deze vriendelijke puberkop is een juwelierkiller of op zijn minst medeplichtig aan moord. Waar is het misgegaan met deze amper negentienjarige jongen? Wie gaan we aanwijzen als schuldige? Zijn ouders, die wellicht amper Nederlands spreken? De overheid, die integratie cursussen verplicht stelt waar zijn ouders allang niet meer voor in aanmerking komen? Jeugdzorg? De politiek, die de samenleving dusdanig heeft verkloot dat jongens zoals hij maar een juwelier overvallen om aan geld te komen? Degene die hem van een wapen heeft voorzien? Of God, die hem met gewetenloosheid heeft opgezadeld?

Laatst zei een deskundige op tv dat soortgelijke overvallen een groot probleem voor de samenleving vormt door de ondeskundigheid waarmee dit soort knullen te werk gaan. Onprofessioneel en daardoor gespannen tot op het bot. In de hektiek en spanning die ze zelf veroorzaken kan het snel mis gaan. Een trekker is zo overgehaald. Als schrale troost zijn er de beelden van de overval omdat Stattmann voorbereid was op overvallers. Hij was echter niet voorbereid op wolven in schaapskleren.
Hoe had Strattmann kunnen denken dat twee onschuldig lijkende knapen killers zouden zijn? En zo zijn we weer een illusie armer. Onschuld bestaat niet, want ergens, wisten we maar waar en waarom, wordt de onschuld van kinderen, van pubers, in de kiem gesmoord. Ja, hij is schuldig, maar de samenleving is dat ook. Al was het alleen maar omdat we in de drang naar Engelstalig populisme in een krantenkop een moordende overvaller een juwelierkiller noemen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten