maandag 1 november 2010

Tolerant Nederland

Vroeger was alles beter. Om te beginnen was Nederland een tolerant land zo laat ik mij vertellen door alle voorbijflitsende hoofden die het televisietoestel overheersen.

Vroeger.
Vroeger was Nederland nog een tolerant land. Vroeger vond de rest van de wereld ons land extreem tolerant. Hier kon en mocht immers alles. Zoveel, dat wij Nederlanders ons er eigenlijk voor moesten schamen, maar eigenzinnig en vrijgevochten als we zijn waren we eerder trots op die titel dan dat er schaamte was. Een abortusbeweging die vrouwen baas over eigen buik liet zijn. Trots op de geoorloofde euthanasie. Wij zijn het eerste volk geweest die de waarde van het leven durfde in te schatten op kwaliteit en ook het volk die daar paal en perk aan durfden te stellen. In Nederland mag je softdrugs gebruiken zonder dat je het risico loopt om in een vochtige gevangenis gegooid te worden waar je twintig jaar moet boeten en rotten voor je losbandige gedrag. In Nederland kunnen homoseksuelen vrijpostig homoseksueel zijn en zelfs voor de wet hun liefde laten vastleggen.

Vroeger waren we trots op onze multiculturele hoofdstad, die, zo werd in alle folders aangeprezen, een smeltkroes was van alle mogelijke culturen. The place to be, dat Amsterdam. Nederland.

Maar nu zijn we niet meer trots. Niet alleen worden onze homoseksuele medelanders belaagd en bedreigd als ze openlijk zichzelf zijn maar ook andere vrijheden zijn niet zo rooskleurig. Euthanasie is mogelijk, maar ligt aan wel erg strakke banden. Zo strak dat de moeder van mijn vriendin, die ongeneeslijk ziek was, ondanks een euthanasieverklaring en de wens om thuis te mogen sterven, zo onhandig was dat nou net met de kerst te doen. Dan blijkt dat een euthanasieverklaring, die getekend moet worden door een secundair, maar een maand geldig is. De verklaring van een huisarts of behandelend arts is niet genoeg. En met kerst staan de meeste specialisten op de latten in Oostenrijk waardoor een vredig inslapen in haar vertrouwde bed met haar geliefde met tranen in de ogen glimlachend aan haar zijde, geholpen door een rustgevende injectie, een mooie droom bleek in vergelijking met de barre en bizarre werkelijkheid. In een kil ziekenhuis, kerstbomen op alle gangen, heeft ze haar pijnlijke einde moeten doorstaan bij gebrek aan artsen. Pas toen het bloed uit haar neus en mond opwelden durfde een dappere verpleegster de morfineknop voluit te gooien. Maar het was te laat. De dochter, mijn vriendin, heeft nog altijd nachtmerries.

Naast dit verdriet valt mijn verbazing over ons vermeende tolerante land in het niet, maar ik kan het niet laten.

Voor het eerst in mijn leven was ik in een coffeeshop. Verheugd bestelde ik een wijntje en stak een sigaret op. Geagiteerd kwam de portier me manen; dat mocht alleen beneden in de rookruimte. Grijnzend wees ik naar alle rokende mensen om me heen, maar nee, die rookten hasj. Da’s iets heel anders. Verbouwereerd liet ik mij de trap af dirigeren naar een blauwstaand rookhol waar zelfs mij de nicotinedampen teveel werd. Een bordje op de deur zei dat je hier weliswaar mag roken, maar geen joints.
Om een frisse neus te halen spoedde ik mij naar boven en ging buiten voor de deur mijn vriendje bellen. Weer stond de imposante portier voor mijn neus. Of ik verderop wilde gaan staan.
“Hier mag niet gebeld worden” zei hij en wees verongelijkt met zijn dikke vinger naar een belverbodbordje op de voorkant van het pand.

Er zal ongetwijfeld een logica zitten in deze gebeurtenissen, hoe verschillend van aard dan ook. Maar op deze manier is tolerantie een onbegaanbare weg. Een hindernisbaan die van onnozele regels aan elkaar hangt. Het meest tegenstrijdige voornemen, dat ergens in een vat, niet ligt te verzuren, is een hoofddoekjes verbod. Zelden heb ik een onzinniger verbod horen uitspreken door iemand die alleen al vanwege zijn onsmakelijke haardracht een embargo op alle fronten zou moeten krijgen. Daarnaast zou ik wel eens een goed gesprek willen met onze leiders die denken dat het opleggen van verboden zinvol is. Ik ben een trotse moeder van twee al grotere dochters en ik kan zeggen; verbieden helpt niet. Integendeel. Wijze woorden van Wim Zonneveld: als zijn dochter aan zou komen zetten met een lapzwans, zou hij hem het graf in zou prijzen. Dat was vroeger blijkbaar wél beter: relativerende, intelligente humor. Zeker als je iets wilt bereiken bij stugge, egocentrische jonge medelanders.
Nederland is niet tolerant meer, hoor ik steeds vaker om me heen. We verloederen, verhufteren en laten ons angst aanjagen voor een uitheemse godsdienst. Als ik dat zo allemaal hoor en lees zou ik haast denken dat ze gelijk hebben. Nederland is niet tolerant meer.
Maar dan sla ik de krant open, en ik lees dat Geert Wilders het voor een niet mis verstane misdrijf veroordeelde PVV kamerlid Lucassen, tolereert in ons gedoogkabinet.
En wij zien dat met lede ogen aan, hooguit schrijven we er een column over en misschien hekelt Freek de Jonge de zaak in een oudejaarsconference, maar we tolereren het.
Dus eigenlijk zijn we nog altijd een tolerant land.
En daar moeten we trots op zijn.
Toch?


(c) Debby van den Bergh november 2010

vrijdag 1 oktober 2010

De natte droom van mannelijk Nederland

Gelukkig.
De Nederlandse man heeft er een natte droom bij. Die droom heet Josje.
Josje is gekozen uit een grote groep vrouwen die wekenlang alles uit de kast hebben getrokken om de begeerde nieuwe K te worden.
Dat zit zo, er was ooit eens een meidengroep en die heette K3. Gekke naam zou je denken, klinkt meer als een racecircuit of een conferentie van staatshoofden, maar neen, een slimmerik heeft de namen van drie zangeresjes naast elkaar gelegd. Kathleen, Karen en Kristel. Dat zijn...eh...één, twee, drie K’s!! Wat een vondst. Wist u trouwens, het kan geen toeval zijn, dat ze alle drie maat 38 hebben! Je zou bijna zeggen; het is een teken van God.

Nu kan ik wel denigrerend doen, maar K3 is inmiddels een product en dat product verkoopt –recessie of niet- verdomd goed. Na jarenlang onze trommelvliezen getergd te hebben met hoogstaande deuntjes als Yeke Yeke, Kusjesdag, Teleromeo en Heya Mama besluit één van drie dat het genoeg is en stopt ermee. Beter laat dan nooit denk ik dan, maar nee, als één K’tje (nee, er staat niet K*tje) besluit om er mee te stoppen, dan is het hek van de dam. Want wat is Nederland zonder K3? Hysterie alom. Wat nu? Stel dat de geldstroom stopt? Wat moeten onze arme kinderen zonder hun idolen? Wat gebeurt er met al die posters, potloden, pyjama’s, broodtrommels, stringetjes, slingers, slaapzakken, feesthoedjes, washandjes, vriendenboekjes, rugzakken en teenslippers met de afbeelding van K3?

Dus, dachten ze bij de publiciteitsafdeling van het K3 concern, er loopt vast nog wel een potentieel K’tje rond. Tenslotte is niemand onmisbaar, en iedereen is vervangbaar.
Aldus geschiedde. Zoals het met alles gaat in Nederland wordt de zoektocht natuurlijk vastgelegd met een camera en zie; een nieuw programma is geboren. Laat vervolgens de boel onbeperkt sponsoren door Bart Smit, Mc Donalds en Haribo. TV maken is soms zo simpel. De zoektocht naar nieuw talent kon beginnen.

Gezocht: een volwassen vrouw die er uit kan zien als een meisje van elf.
Dat bleken er duizenden te zijn.
Waarom zou je er in hemelsnaam uit willen zien als een elfjarige, hoor ik jullie denken.
En is dat niet lastig als je een volwassen vrouw bent, met de nodige rondingen op plaatsen waar een elf jarig meisjes ze nog niet heeft?
Door deze diepgaande analyse stuiten we onverwacht op de essentie van K3. Geilheid verpakt in korte rokjes en strakke truitjes. De haren middels een keurige scheiding in twee staartjes, bloemetje erbij en ziehier; Lolita is herrezen.
Het is verboden opgewonden te raken van 11-jarige meisjes, dat noemen we pedofilie, maar een lekker wijf in kinderkleren, dat is een heel ander verhaal.
Daarom verkoopt K3 zo goed en is men naarstig op zoek gegaan naar een vervanger van Kathleen, het blonde K’tje van de kleuterpopgroep. Als er iets geil is dan is het wel een lekker blond wijf in kinderkleren. Dat weten ze inmiddels ook bij de sekslijnen van SBS6 die vanaf 23:00 uur ’s avonds hetzelfde soort vrouw de beeldbuis opflikkert. Alleen zingen deze vrouwen niet; die hijgen.

Ze kwam, zag en overwon. Josje. Blond en blozend. Onschuldig maar guitig. Opwindend maar jeugdig. Blauwe ogen en een blosje. Josje.
Josje heeft veel beroering veroorzaakt, vooral in de pantalon van papa die samen met kindlief wekenlang voor de tv heeft gezeten met een erectie die zelfs hem verbaasde.
En niet K3 galmt door zijn verhitte hoofd, neen, B7.
Blond, Bloot, Blozend, Blauwogig, Benen, Borsten, Billen.
‘Papa, gaan wij ook naar het concert van K3 met Josje?”
“Zeker weten mijn kind”.


© Debby van den Bergh 2010